Vermijdende rouw
Je scoort meer dan 35 punten op de vragen over de aanpasoriëntatie.
Het accent ligt daarmee op het hernemen van je leven. Dat kan wijzen op de moeite om het verlies van je kind toe te laten en het verlies te integreren in je leven.
Misschien heb je geleerd om in je leven op jezelf te vertrouwen. Dat geeft een gevoel van maakbaarheid, controle en het zelf in de hand te hebben. Misschien zie je er het nut niet van in om dicht bij je verlies te komen. Misschien ben je er ook wel bang voor. Het toelaten van je verlies kan je wellicht bij een zwart gat brengen of bij slechte herinneringen. En dat is wat je absoluut niet wilt. Om die reden kies je misschien (onbewust) om je te richten op een leven zonder je kind.
Aan de andere kant ervaren vrienden en kennissen wellicht dat het verlies je enigszins onverschillig laat of dat je op de vlucht bent voor je verlies. Misschien is dat ook wel zo. Je bent daarom ook meer gericht op je toekomst dan op je verleden. Je moet van jezelf flink en optimistisch zijn. Je reflecteert afstandelijk op je verleden. Je verbreekt de contacten met vrienden die je herinneren aan het verleden. Je zoekt nieuwe vrienden om het leven opnieuw vorm te geven.
Herken je jezelf in de tekst hierboven? Zo ja, lees dan verder.
Hechting in je kinderjaren
Een houding van ‘onafhankelijkheid’, ‘zelfstandig willen zijn’ en ‘alles onder controle willen hebben’ is gebaseerd op de hechting in je kinderjaren. Zo heeft iedere baby een aangeboren talent om de verzorgers, de hechtingspersonen, te verleiden tot zorg en intimiteit. En ook ouders zijn vanzelf empathisch en beantwoorden het gedrag van hun kind met zorg en aandacht. Een liefdevolle band hebben wij nodig om te kunnen overleven, om te gedijen en floreren. Wordt ons dat ontzegd, dan heeft dat gevolgen voor ons zelfvertrouwen en vertrouwen in anderen.
Hechting ontstaat in een interactieve dans tussen ouder en kind. Het lachje van het kind wordt beantwoord met een brede lach van de ouder en het huilen met het bieden van troost. In het eerste half jaar valt de wereld van het kind samen met de wereld van de ouder. Het kind heeft nog geen eigen zelf (ik) maar gaat geheel op in het zelf (ik) van de ouder. Het zelf is belangrijk om bijvoorbeeld emoties te reguleren. Zo kan een baby die overstuur is, zichzelf niet troosten of geruststellen. Het is dan ook de ouder die de gevoelens van de baby reguleert.
Als een ouder in de interactieve dans het kind regelmatig dwingt om de dans van de ouder over te nemen, dan zal het kind dat ervaren als onveilig. Dat gebeurt als de ouder het kind niet troost, oordelend is naar het kind, (speels) gedrag afwijst en het kind niet honoreert in de gevoelens. Het kind leert al heel vroeg om geen aandacht te vragen en om stil in een hoekje zichzelf bezig te houden. Het kind zal op latere leeftijd moeite hebben met het aangaan van binding (bindingsangst). Want het aangaan van intieme contacten voelt onveilig. Het kind besluit onbewust dat het beter is om intieme contacten te vermijden.
De hechting die je van je ouders hebt meegekregen bepaalt mede het aangaan van rouw bij een overlijden. Gelukkig is veilige hechting, ook bij vermijdende hechting, te leren.
Wat vind je ervan? Laat hier je reactie achter.