Zelfzorg

Uit de score blijkt dat je aandacht vooral gericht is op je zorgtaak. Dat hoeft niet erg te zijn maar het kan wel leiden tot overbelasting, over je grenzen heengaan, het afsluiten van je gevoel, het niet meer aan te kunnen, spanningen tussen jou en je gezinsleden of de hulpverleners en misschien, in het ergste geval, tot een burn-out. 
 

Burn out

Burn-out wordt gezien als een uitputtingsreactie van lichaam en geest ten gevolge van werk- of zorgstress. Mensen met een burn-out omschrijven dit vaak als het leegraken van de accu, het voortdurend in een te hoge versnelling staan of het zover uitrekken van een elastiek totdat deze knapt. Wil je onderzoeken of er sprake is van een burn-out?
Lees dan hier meer 

 

Burn-out voorkomen 

Om een burn-out te voorkomen moet je als ouder balans weten te vinden tussen ‘afstand’ en ‘nabijheid’. Afstand om niet volledig in beslag genomen te worden door de extra zorg, en nabijheid om je kind de warmte te geven die het nodig heeft. Het evenwicht tussen afstand en nabijheid is niet vanzelfsprekend. Soms is het eng om je mee te laten nemen in de extra lichamelijke en emotionele zorg die je kind nodig heeft en heb je om die reden (onbewust) gekozen voor afstand. Of je versmelt als het ware met de zorg voor je kind en wordt meegezogen in de hulp die noodzakelijk is. Je levert (onbewust) de aandacht voor jezelf in voor de zorg aan je kind. In het spectrum tussen afstand en nabijheid ontmoet je aan de uiterste zijden twee typen ouder: de afstandelijke en de overbezorgde ouder.
 

De afstandelijke ouder

De afstandelijke ouder is gereserveerd, teruggetrokken en bagatelliseert soms de noodzakelijke lichamelijke en emotionele zorg die het kind van de ouder nodig heeft. De afstandelijke ouder houdt afstand door de eigen zorg-rol te relativeren en de rol van de reguliere gezondheidszorg te bekritiseren. Bij een afstandelijke ouder is het kind dikwijls de dupe.
 

De overbezorgde ouder

De overbezorgde ouder is bang dat het kind tekort komt en vindt het moeilijk om de zorg uit te besteden aan een ander. Het kind zou dan immers slechter af zijn. De overbezorgde ouder identificeert zich met de zorg-rol en voelt zich gelijktijdig ook slachtoffer van de zorgsituatie.
 

In welk van de twee typen herken je jezelf? 

  • Hoe voel je je daarbij . . . ?
    (bv. blijdschap, boosheid, schuld)
  • Wat denk je daarbij . . . ?
    (bv. je kunt de zorg het beste overlaten aan professionals, ik heb behoefte aan autonomie, werk is voor mij belangrijk)
     

Afstand en nabijheid 

Evenwicht vinden in de balans tussen ‘afstand’ en ‘nabijheid’ is belangrijk maar vaak ook lastig. Ook al omdat die balans beïnvloed wordt door wat je van thuis hebt meegekregen. Als je bijvoorbeeld warme en betrokken ouders had, met wie je fijne en pijnlijke gevoelens hebt kunnen delen, dan zal het vinden van de balans tussen ‘afstand’ en ‘nabijheid’ makkelijker zijn. Maar heb je je ouders ervaren als afstandelijk en niet betrokken of als beschermend en beklemmend dan is het veel lastiger om een goede balans te vinden. Je zou kunnen zeggen dat afstandelijke ouders de hang naar ‘zelf doen’ (autonomie) hebben gestimuleerd terwijl beschermende ouders onbewust gevoelens van ‘afhankelijkheid’ stimuleerden. 


Evenwicht

Als je ervoor kiest om ‘afstand’ en ‘nabijheid’ meer in evenwicht te brengen, dan kan het helpen om na te denken over de volgende vragen:
 

  1. Hoe heb ik mijn opvoeding ervaren?
  2. Hoe beïnvloedt mijn eigen opvoeding de zorg voor mijn kind?
    (Balans tussen ‘afstand’ en ‘nabijheid’)
  3. Wat had ik graag anders gewild in mijn opvoeding?
    1. Welke gevoelens roepen mijn opvoeding bij mij op . . . ?
      (bv. angstig, gelatenheid, onvermogen)
    2. Welke gedachten komen bij mij boven als ik denk aan mijn opvoeding . . . ?
      (bv. ik had graag ouders gehad die . . . , ik zal het zelf moeten uitzoeken om . . .)
    3. Wat had ik graag anders gewild?
  4. Wat betekenen de vorige vagen voor mijn zorg-rol?
     

Een brief schrijven naar je ouders

De vragen brengen je bijvoorbeeld bij een onvervulde wens als kind om erkenning, gezien en gehoord te worden of om losgelaten te worden en jezelf te mogen zijn. Kies je voor het beste voor je kind (balans tussen afstand en nabijheid) dan is het toelaten en aanvaarden van de soms pijnlijke gevoelens over je eigen opvoeding belangrijk. Je maakt je als het ware los van de gevoelens en gedachten die je van je ouders hebt meegekregen en kiest daarmee voor een andere balans tussen afstand en nabijheid.

Om dat proces te stimuleren kun je een brief schrijven naar je ouders waarin je openhartig vertelt waar je blij mee bent en wat je gemist hebt.

  • Hoe zouden je ouders daarop reageren/hebben gereageerd? 
  • Wat heb je nodig om rust te vinden in wat je in je eigen opvoeding hebt meegekregen?

De brief aan je ouders kan of wil je misschien niet meer versturen. Het kan je echter helpen om je brief en je ervaring te delen met ‘krachtmaatjes’. Als je dat wilt, ga dan naar Krachtmaatje.

Het schrijven van een brief kan veel losmaken. Het kan je helpen om hierover met een rouw- en verliesbegeleider in je buurt te praten. Die kan je meer inzicht geven en helpen om emotionele rust te vinden.
 

Toch een burn-out

Het kan zijn dat de voorgaande vragen niet meer helpen. Je bent te ver afgegleden richting burn-out. 

De stress heeft te lang geduurd en heeft klachten ontwikkeld op fysiek en mentaal niveau en  veranderingen veroorzaakt in je gedrag en emoties. Wil je onderzoeken of er sprake is van een burn-out?
Lees dan hier meer